Gepubliceerd in De Schakel. Informatieblad voor senioren in de gemeente Venray’. Jaargang 39 – nummer 2. Vrijdag 1 maart 2024 (p. 7).
-
Als jochie van een jaar of zes moest ik
op zaterdag in de Kennedystraat
bij Thielen vaker friet en snacks gaan halen.
Dan sloot ik aan bij een massieve muur
van heel veel grote mensen. Op den duur
kwam ik vooraan, stond tegen de vitrine,
waar al het lekkers naar mij lag te lonken.
Dan zag ik hoe Marietje in haar eentje
(tenminste zo herinner ik het mij)
de cafetaria bestierde met
zijn watertandende klandizie. Maar
ik kwam niet boven de vitrine uit.
Marietje zag mij niet of pas heel laat;
die grote mensen drongen voor. Toch ben ik,
dat vreselijke leed verdragend hebbend,
altijd met volle handen thuis gekomen.
Een jochie van een jaar of zes staat in
Khan Younis in een drom bij een tankwagen.
Maar hij is geen partij in het gedrang,
wordt weggeduwd, verdrongen door de groten.
Hij ziet de flessen vol met prachtig water
en ziet zijn eigen lege fles en vecht.
Hij vecht voor wat zijn kleine zelf maar waard is.
Maar dan rijdt plompverloren de tankwagen
plots weg, wanhopig achterna gezeten
door hen die nog geen water hebben, die
vandaag geen water zullen krijgen ook.
Dat vreselijke leed verdragen hebbend,
begeeft het jochie zich naar huis, of wat
daar nog van over is, waar hij zijn moeder
en beide zusjes ongelovig naar
die tergend lege colafles ziet staren.