Gedicht naar aanleiding van Schijt aan de Grens op 24 en 25 augustus 2024 in Venray en Overloon.
.
Grenspalen 6: Paal in der Heijde, Spurkt (grenspaal zes)
Al eerder tevergeefs naar deze paal gezocht,
maar nu ga ik er werk van maken.
Ik ben er nog niet zeker van: zal ik de paal wel vinden?
Ik loop de Houtklef af, zoals ik had
gezien op Google Maps, en kom dan uit
bij een afrastering van prikkeldraad
en daar klim ik niet zomaar overheen.
Ik loop naar links en zie door het struweel
een stalen weidepoort. Stroef baan ik mij
een weg door struikgewas met distels en
brandnetels, til mijn benen over laag
gespannen prikkeldraad, kom bij de poort.
Het onkruid staat er hoog, oogt ongebroken.
Hier is al heel lang niemand meer geweest.
Ik klauter over dat verboden toegang,
ga met een hart of zes het weiland in
en werk mij door een wilde strook met bomen.
Daar staat de paal! Ik heb hem dus gevonden.
Ik wend mijn blik vervolgens naar de Spurkt.
De rust en schoonheid van dit stukje groen
betoveren en doen naar adem happen.
Nadat de aanval van Stendhalsyndroom
geweerd is, wend ik mij weer tot de paal.
Het dwaze zwaard van Damocles indachtig
dat boven deze velden hangt, benoem ik
de paal tot heer en hoeder van de Spurkt.